Net als de vorige dag moet je ook deze keer zo’n 1000 meter klimmen, al kom je niet zo hoog als gisteren. De route biedt mooie uitzichten over de Middellandse Zee. Ongeveer halverwege kom je in een plaatsje waar plotseling een groot aantal toeristenbussen blijkt te staan en waar het bijzonder druk is. Vreemd, want elders is het overal juist bijzonder rustig. Wat blijkt: in Valdemossa hebben Frederic Chopin en zijn geliefde Georges Sand een winter doorgebracht. Een relationeel gesproken minder gelukkige tijd, die de beroemde componist fysiek niet lang heeft overleefd. Het hele dorp is dan ook vergeven van Chopin/Sand parafernalia, en ach, eigenlijk is dat dan ook wel weer leuk.
Ongeveer halverwege dit traject kom je nog langs een oud uitkijktorentje aan de kust. De Mallorcanen hielden hier de wacht, om op tijd eventuele invallers te kunnen signaleren. Het is de moeite waard om even naar boven te klimmen.
Estellencs zelf is een tegen de bergwand geplakt plaatsje, ongeveer 150 meter boven zeeniveau. Je kunt in een mooie wandeling afdalen naar de zee, maar er is geen mooi strandje daar beneden – en je moet ook weer omhoog. De Italiaan waar we hebben gegeten was niet bijzonder goed. Hotel Maristel waar we verbleven bood het meest uitgebreide ontbijt dat we deze week hebben gehad: heerlijk!
Het schijnt dat Tour-de-France-ploegen op Mallorca graag trainen, en na de laatste dagen kan ik me dat goed voorstellen. Ook dit traject zal de conditie van de mannen weer flink opvijzelen, net als die van ons trouwens. We bedenken nu te laat dat een rustdag halverwege de week niet zo gek zou zijn geweest. Onderstaand het hoogteprofiel dat goed de reden van deze gedachte kan verklaren.