Vanuit Granada is de weg naar La Calahorra makkelijk te vinden: je rijdt langs het Alhambra en begint buiten Granada al spoedig aan de klim tot 1299 meter. Dit stuk is door een erg mooie natuur: soms een rivierdal met rotsen, dan weer een Arizona-achtige omgeving. Steeds heb je de sneeuwbergen van de Sierra Nevada op de achtergrond. In deze tijd van het jaar bloeit hier alles, zingen de vogels (vooral nachtegalen en vinken) naar hartelust en zijn de wegen erg stil.
Volgens de kaart moet je een eindje over de snelweg A-92 fietsen. Enkele kilometers na Guadix kan je daarom – volgens Luc Oteman – een alternatieve route nemen om de snelweg te vermijden. Dat is echter niet nodig: bij de snelweg aangekomen (verboden voor fietsers!) zie je rechts daarvan een onverhard pad; dit is weliswaar wat hobbelig maar voert netjes rechtstreeks en buiten de snelweg naar La Calahorra.
In tegenstelling tot de natuur zijn de plaatsjes, vooral in de buurt van Guadix, lelijk en arm. La Calahorra is in dat opzicht een dieptepunt: armelijke huisjes, in het dorp onverharde wegen met gaten, en de paar monumenten zijn vervallen en het jachtterrein voor wilde katten.
Toch is er even buiten het dorp een prachtig kasteel: een donkerbruin monstrum dat grimmig op een heuvel ontoegankelijk en boos staat te wezen. Je kunt er alleen op woensdag in, maar het is ook al fantastisch om er gewoon omheen te lopen, en te merken hoe de pikzwarte raven, die kennelijk in de torens nestelen, het onheilsgevoel dat dit kasteel wekt nog een beetje versterken.
Na Granada moet blijkens het hoogteprofiel hieronder weer stevig geklommen worden, en na een afdaling volgt weer een kortere klim naar La Calahorra op ongeveer 1200 meter hoogte. In Granada was het warm, maar dankzij de hoogte is de temperatuur aan het eind van dit traject aangenaam om te fietsen.