O, wat regende het hard toen we opstonden in hotel ‘Zom roten Haus” in Bad Schandau! En omdat we de dag ervoor gezien hadden dat er prachtige radarboten op de Elbe voeren fietsten we eerst maar eens naar de aanlegplaats om te vragen of er soms een boot toevallig naar Dresden zou varen. En ja hoor, een kwartier na onze aankomst zou hij vertrekken, en dat deed hij ook met ons aan boord. Terwijl het buiten hard doorregende en wij natte fietsers op het fietspad naast de rivier zagen voortploeteren, zaten wij luxueus en vooral droog aan boord van een stoomschip. Ik weet, het mag eigenlijk niet op een fietsvakantie, maar soms is het leven sterker dan de leer, gelukkig.
Na zo’n vier uur varen – de boot doet onderweg allerlei plaatsjes aan – kom je aan in het centrum van Dresden. Het Ibis-budget hotel daar bood een prima fietsservice – ze konden in de lift en stonden veilig gestald op de tweede verdieping. De kamers waren goed maar van een ongezellig soort te ver doorgevoerde efficiency. In Dresden zelf is natuurlijk de Frauenkirche, waarvan de restauratie onlangs is voltooid, buitengewoon indrukwekkend, vooral vanwege het idee, dat de kerk vrijwel geheel verwoest is bij het bekende bombardement, en in vijftig jaar steen voor steen weer opgebouwd. Verder laat zich de vernietiging van de stad moeilijk uit de gedachten bannen als je er rondloopt: alles is eigenlijk toch te nieuw, al probeert men verwoed oude vormen en kleuren terug te halen. Toch vonden wij het een prettige stad om in te wandelen.
Voor de lezers van Kurt Vonnegut: er is een Kurt Vonnegut tour naar het nog steeds bestaande Slachthuis vijf. Die hebben wij overigens niet gedaan.