Wij fietsten in de periode 30 juni tot en met 11 juli 2015 de bekende Loire Velo-route, en wel vanaf Nantes tot en met Nevers. Nantes ligt ongeveer 1000 kilometer vanaf onze woonplaats. Die legden we af per auto. De totale afstand van de Loireroute was ongeveer 660 kilometer. We gebruikten tien fietsdagen en twee rustdagen. Hoewel de meeste gidsen deze route beschrijven van Oost naar West, deden wij het in omgekeerde richting. We hadden bedacht dat in deze periode de wind veelal uit westelijke richtingen zou kunnen blazen, en dat, aan de andere kant, je van het hoogteverschil stroomopwaarts echt niets zou merken (zo’n 150 meter over 650 kilometer is natuurlijk helemaal niets). En inderdaad: de wind blies voortdurend met heerlijke matige kracht uit het westen, ons dusdoende prettige duwen in de rug gevend. Daarbij was het bijzonder goed weer (dat is natuurlijk een prettig toeval, het kan er ook slecht zijn).
De bewegwijzering op deze route was voortreffelijk. Zelfs in Duitsland hebben we het eigenlijk niet zo goed meegemaakt. En de wegen waarover we fietsten waren daarbij ook nog prima. Natuurlijk zitten er een aantal onverharde gravelstukken tussen, maar die bleken eigenlijk ook heel goed te zijn. Auto’s hebben we nauwelijks gezien, oversteken van drukke autowegen bleken voor ons fietsers extra beveiligd. Kortom: allemaal prima. En dat gecombineerd met de steeds fraaie uitzichten over de Loire – je rijdt zelden onderaan de dijk – en het prettige landschap en natuurlijk de spectaculaire kastelen maakt, dat we dit een van de mooiste tochten vonden die we gefietst hebben. Aanbevolen dus!
Het landschap is, zoals gezegd, prettig, maar de liefhebbers van watervallen, rotspartijen en onverwachte vergezichten komen niet aan hun trekken. Heel in de verte zie je soms bergen, maar dichterbij alleen vage golvingen in het landschap. Veel zonnebloemen, maisvelden, bossages, weiden, en steeds de mooie Loire naast je. Belangrijkste attracties vormen dan ook de kastelen, de kathedralen en de altijd weer prettige oude franse stadjes.
We fietsten gemiddeld 65 kilometer per dag, soms wat meer, soms wat minder. We vertrokken dan om een uur of negen, en arriveerden om een uur of drie. En dan hadden we lekker koffie gedronken, geluncht en ‘s middags ook nog iets verteerd. Daar word je echt niet erg moe van. De route is dan ook heel erg vlak. Natuurlijk is er wel eens een hellinkje, maar dat stelt allemaal weinig voor. We zagen dan ook regelmatig gezinnen met kinderen fietsen, bepakt en gezakt.
Het filmpje hieronder geeft een indruk van wat er onderweg te zien valt
Kaarten en gidsen
Wij maakten gebruik van de uitgave in de Bikelineserie ‘Loire Radweg, von Nevers zum Atlantik’. In deze uitgave bevindt zich een code waarmee je de GPS-track kunt downloaden. Het is bijzonder plezierig om die track te gebruiken, omdat de (duitstalige) aanwijzingen in het boekje naar mijn ervaring al fietsend nauwelijks te gebruiken zijn. De kaarten in het boekje zijn overigens uitstekend. Daar komt bij dat de bewegwijzering ook voortreffelijk is. Er waren maar een paar plaatsen waarbij ik moest constateren dat ik er zonder GPS niet uitgekomen zou zijn.
Mooie kaarten schaal 1:100.000 van de route vind je in de uitgave EuroVelo 6; dat is een mapje met zes kaarten waarvan de eerste vier de route beschrijven. De andere twee zijn een soort vervolg: ‘Le Tour de Bourgogne à Vélo’ en ‘Alsace/Franche-Comté’. Het is lastig om deze kaarten op je stuurtas in leesbare vorm te vouwen. Dan heb je ook nog het boekje, geaschreven door Clemens Sweerman: Loire-Kastelen fietsroute – langs franse koningstuinen van Tours naar Nevers. Zoals de naam al zegt voert deze routebeschrijving je niet strikt langs de Loire, maar voert je langs allerlei andere mooie wegen langs de kastelen, die nu eenmaal niet allemaal bij de Loire liggen. Dit boekje hebben wij overigens niet gebruikt.
Tenslotte gebruikten wij uit de serie Capitool Reisgidsen het boekje ‘Loiredal’, een gedetailleerde en daardoor bijzonder informatieve uitgave.
Verblijf en eten
We kampeerden en hebben betrekkelijk weinig buiten de tent gegeten. Maar ik neem aan dat ik de franse gastronomie ook niet uitgebreid hoef toe te lichten. Het is in het algemeen nog steeds lekker en betaalbaar. Wat we overigens wel ontdekten, was dat de grote supermarkten voortreffelijke complete diepvreismaaltijden in de schappen hebben liggen. Risotto’s, pasta’s, je gooit het allemaal in een pan, even op het gas en smullen maar
De campings zijn langs de Loire in overvloed aanwezig. Meer naar het westen zijn ze vaak voorzien van een piscine, meer naar het oosten wat eenvoudiger van opzet, in onze ervaring. Maar het niveau van de franse campings is in het algemeen de laatste jaren enorm omhoog gegaan. De soms onthutsende sanitaire toestanden van twintig jaar geleden zijn echt verleden tijd, al kwamen we nog wel een enkel hurktoilet tegen. Twee keer per dag schoonmaken is gebruikelijk, en ook de terreinen zelf zien er een stuk beter uit. We hebben voor deze route dan ook geen enkele keer onze toevlucht behoeven te nemen tot een B&B of hotel – maar dat danken we ook wel een beetje aan het prachtige weer dat we hadden.