Dit traject was een ruime 70 kilometer lang en ook dit keer verbazen wij ons weer over het gebrek aan horeca. Uiteindelijk, in Dalerveen, vinden we gelegenheid om koffie te drinken, maar dat was twee-en-een-half uur na vertrek. Overigens komt dat ook wel doordat de route nu eenmaal via autoluwe wegen gaat; en autoluw betekent tegenwoordig bijna automatisch ook horecaluw.
Hoe dan ook, even verderop, in Coevorden, gaat dat beter. Dat mooie stadje heeft alles wat een mooi stadje moet hebben: een kasteel, een oude kerk, een korenmolen, een schans, en dan laat ik Plopsa Indoor Coevorden nog buiten beschouwing.
Na een goede lunch in dit overigens ook gezellige dorpscentrum reden we door naar Hardenberg, het laatste gedeelte, zo’n beetje langs de Overijsselse Vecht. We blijven nog steeds genieten van het weidse landschap met de bijbehorende verre uitzichten. En natuurlijk van de talloze bloeiende bloemen die overal het land opfleuren. Zie hieronder een veld met SintJacobskruiskruid.
In Hardenberg hadden we een adres van Vrienden op de Fiets kunnen vinden waar we hartelijk worden ontvangen en verder ook prettig worden onthaald.