Ook bij deze vriendin op de fiets staat ‘s morgens weer een prima ontbijt klaar. Dit keer zijn er twee Deventer Koeken aan toegevoegd – een eigenlijk te verwachten maar toch onverwachte verrassing. Vervolgens is het vanaf ons logeeradres een kippeneindje naar de IJssel, die we in principe gewoon kunnen volgen naar Zwolle.
Het blijkt een prachtige route met weidse uitzichten over de rivier en de uiterwaarden, die nu zonder water maar met koeien staan. Gelukkig doemt omstreeks koffietijd het gemoedelijke plaatsje Wijhe op. De daar aanwezige molen blijkt verbouwd tot restaurant, waar men prima koffie en appelgebak serveert.
Dit traject langs en op de IJsseldijken is bijzonder autoluw: eigenlijk is het grootste deel mooi geasfalteerd fietspad, waarop je zonder haast te maken toch lekker opschiet.
Onverwacht snel komen we al het plaatsnaambord van Zwolle tegen, maar het blijkt spoedig, dat het nog zeker een uur fietsen naar het stadscentrum is. Dat doen we dan ook – onderbroken door een lunch in een restaurant – waarna we ons laatste Vrienden-op-de-Fiets-adres gaan opzoeken. Nu was ik wel zo verstandig geweest om de dag tevoren te bellen, toch was dit pas het derde adres waar men plaats had. Bijzonder was, dat de gastvrouw hier de telefoon opnam met de begroeting ‘met de Vrienden op de fiets”.
Daarmee gaf ze meteen de toon aan: ze bleek zelf ook een lange-afstand-fietser te zijn – wat altijd een prettig soort gesprekken oplevert – en blonk uit in een bijna verlegen makende gastvrijheid. Toen we met graagte het aanbod aanvaardden om mee te eten, gingen de gastvrouw en haar partner bijna meteen aan de slag: na zeker twee uur hard werken (wij mochten ondertussen met een drankje blijven zitten) werd ons een heerlijke Nepalese maaltijd opgediend.
En zo eindigde deze Nederlandse vakantie in enigszins buitenlandse sfeer. Hoewel…, de volgende morgen fietsten we gewoon in een kwartiertje maar de parkeergarage waar onze auto op ons stond te wachten. En twee uur later waren we alweer thuis.