Nu verlaten we de kust om het Normandische binnenland in te gaan. Vanaf Pourville dus zo’n beetje naar links, het zuidwesten, richting Yvetot. Eerst een vervelend stuk D925, maar bij Ouville-la-Rivière pik je de D27 op en dat is een prettige weg. Behoorlijk geaccidenteerd, dat wel, maar door een aangename omgeving. De D27 is soms breed, maar soms versmalt hij tot een bescheiden landweggetje, om dan weer breder uit te waaieren, heel opmerkelijk. Flink doortrappen maar, want er zijn weinig eetgelegenheden onderweg. Zo kom je uiteindelijk in Yvetot, een van de grotere plaatsen in de omgeving. In restaurant du Roy aten we voor €10 een prachtig driegangenmenu (crudité, spaghetti bolohnese, îles flottantes), waarna we de VVV opzochten. Een camping was hier namelijk niet echt in de buurt.
In het Bureau du Tourisme adviseerde de aardige dame om door de fietsen naar Caudebec aan de Seine, daar zou een mooie camping zijn. Om daar te komen moet je eerst nog een druk stukje D-weg afrijden, maar als je na een kilometer of vijf de afslag naar Caudebec neemt is het plotseling heel rustig en word je getracteerd op een lange afdaling, 150 meter naar beneden tot aan de Seine. Nu nog even naar rechts over een mooi fietspad langs de rivier en daar ligt de prettige camping met de merkwaardige naam: Camping Barre Y VA.
Voor Caudebec mag je best een dagje extra nemen. Er is een leuk museum over geschiedenis van de plaats en de scheepvaart op de Seine, een prachtige kerk, een mooie ouderwetse boulevard, een markt, winkels enzovoorts. Een genoegen om er rond te lopen. En op de camping kun je genieten van een mistig ochtend-uitzicht over de Seine, en van verrassend grote schepen die af en toe geluidloos vorbijschuiven.
Dit is een geaccidenteerd traject – bijna 500 meter klimmen – waarbij je aardig de laatste afdaling naar Caudebec kunt zien.