Dit tweede deel van onze tocht was al evenzeer een prettig en ontspannen stukje als het eerste deel. Relatief kort, een enkele vage heuvel, rustig landschap, en de wegen die Google maps ons als fietsroute adviseerde, bleken alle inderdaad een fietspad naast de autoweg te hebben.
Keulen begint al ruim tien kilometer voor de Altstadt en dat merk je aan de toenemende hoeveelheid stoplichten, het steeds drukkere verkeer en het gaandeweg ontbreken van echte fietspaden. Je moet in de stad vaak over de stoep fietsen, die zowel voor fietsers als voor voetgangers bestemd is. Ook in Keulen heb je trouwens de zgn.‘spookfietsers’; op een wegdeel dat links voor fietsers en rechts voor voetgangers is, wijken ze uit naar rechts (dus naar het voetgangersdeel) – daar moet je even aan wennen.
Voor Keulen hebben we een extra dag genomen. De Dom is natuurlijk zo al een bezoek waard, de rest van de stad is mooi herbouwd en heeft een groot autovrij deel, en in het bijzonder is het naast de Dom gelegen Römer-museum de moeite waard – en voor Limesgangers natuurlijk min of meer verplicht. Het is gebouwd over een opgegraven Romeinse villa, waarvan de prachtige mozaïekvloer vrijwel onbeschadigd bewaard is. En verder bevat het ongelooflijk veel opgegraven Romeinse sieraden, potten, werktuigen, te veel om op te noemen.