Vanaf Miltenberg begint volgens pag.116 van de gids het klimmen. Dat blijkt gelukkig flink mee te vallen. We bereiken zonder veel moeite Hartheim. Daarna moet er even gewerkt en zelfs geduwd worden, maar deze heuvel eenmaal overwonnen gaat het zonder moeite bergafwaarts. Naarmate we meer in het zuiden komen, neemt het deel gravel bij de fietspaden toe, maar het is zeker niet overheersend.
We komen nu in het dal van de Tauber (Na de Rijn en de Main), waarvan Tauberbischofsheim wel het eerste bewijs is. De Duitsers noemen het hier ‘Das liebliche Taubertal’ en dat begint steeds meer te kloppen. We blijken nu in het mooiere deel van onze queeste te komen. En we zijn niet de enigen die hiervan per fiets genieten. Het aantal collega-fietsers neemt hand over hand toe, vrijwel allen gezeten op een e-bike.
Na zo’n 70 kilometer bereiken we Bad Mergentheim, althans de camping, die een kilometer of vijf bij het stadje vandaan ligt. Vrijwel leeg, doodstil en ‘s nachts aardedonker, ongeveer de absolute tegenstelling van de camping in Miltenberg. De campingbaas spreekt Zwitser-Duits, maar als je daar aan gewend bent, blijkt het een bijzondere man, die mooie verhalen kan vertellen. Belangrijker is dat hij ook prima kan koken, en daar hebben we twee dagen eveneens van genoten. Hij rekent er trouwens wel een forse prijs voor.
Bad Mergentheim is een oude stad met typisch Duitse Heilbaden. Het stadje zelf heeft een mooi plein en fraaie vakwerkhuizen, waar we al een beetje aan beginnen te wennen. Bijzonder is het ‘Kulturpark’ bij de stad. Een prachtig park met mooie tuinen, waterpartijen en beelden. En natuurlijk gebouwen met heilzame bronnen en planten, waarvan je gebruik kunt maken als je erin gelooft. Zo niet, dan mag het ook, want het ruikt er wel lekker.