Op bovenstaand kaartje zijn de eerste 15 kilometers van het traject (nl. van Lérouville tot Han-sur-Meuse) weggevallen; ik was vergeten de opname te starten. En in die kilometers zat net een fikse klim van zo’n 150 meter, gelukkig gevolgd door een snelle afdaling. Het traject van deze dag komt dus op een kleine zestig kilometer.
Ook hier ontbreekt elke vorm van horeca, hoewel we gelukkig uiteindelijk toch op een barretje stuiten om koffie te drinken (de andere bezoekers roken en drinken ‘s morgens om half tien pastiche en bier) en later op een Boulangerie voor pain-au-chocolat. Maar dan hebben we daarvoor al onze sultana’s in een bushokje – daar kun je tenminste zitten – opgegeten.
Tot nu toe is op deze tocht de aanwezigheid van de Maas goeddeels een vermoeden, of zelfs een geloof: er moet iets zijn, ergens in de verte, bij die bomenrij misschien. En als we hem zagen, was het toch meestal een wat kinderachtig stroompje. Maar hier in Verdun blijkt de rivier plotseling volwassen geworden te zijn, compleet met prettige boulevard vol terrasjes. Eigenlijk is dat nog het meest de verrassing van Verdun.
Verdun blijkt een mooie stad, die op fietsafstand van de ook al fijne camping ligt. Als je er binnen fietst, kom je vanzelf langs de Citadel, in WOI het hoofdkwartier van de generale staf tijdens de slag om Verdun. Je kunt er een rondleiding krijgen in een treintje, en die is bijzonder aan te bevelen – wij waren onder de indruk. Ook mooi in Verdun is de kathedraal en het nabij gelegen bisschoppelijk paleis waar een permanente vredesexpositie is ingericht. Ook al indrukwekkend, al is het maar vanwege de krankzinnige aantallen gesneuvelden uit talloze landen tijdens die wereldoorlog.
In de grafiek hieronder zie je de klim aan het begin (in elk geval het afdaalgedeelte) en nog een klein klimmetje aan het eind. In totaal levert dit traject ongeveer 350 meter klimmen op.