Over de daaropvolgende tocht over de Randmeren valt weinig te melden, dat is een beetje des Randmeers, behalve dat de sluis bij Nijkerk weer vlot draaide en dat we Spakenburg als volgende overnachtingsplaats hebben gehad. We lagen daar weer mooi aan de oostkant van het havenkanaal. Nadeel is wel, dat je een geweldig eind om moet lopen om in het aardige standscentrum te komen. Advies: ga aan de westkant liggen.
Onze daaropvolgende stop was in Schellingwoude, in de haven van W.V.de Zuiderzee. Dat haventje ligt vanuit het Markermeer gezien vlak voor en ten noorden van de Oranjesluizen. Het is een typische vrijwilligershaven, dus je moet er niet te veel van verwachten. Maar de omgeving, het dorpje Schellingwoude dus, is hoogst verrassend, vooral als je bedenkt dat je vlak bij Amsterdam bent. Wij liepen er verbaasd en ook wel een beetje verrukt rond. Vlakbij de haven is een ‘Landmarkt’ waar allerlei biologische streekproducten worden verkocht. Overigens ligt ten Oosten van dit haventje een nieuwe haven in een te ontwikkelen ‘Nautisch Kwartier Schellingwoude’. En haven kennelijk met ambities, maar voorlopig is er maar één ligplaats met een zijsteiger, en als je daar ligt word je gek van de herrie van de A10 die daar op krap 100 meter afstand de Zeeburgertunnel induikt.
Het laatste deel van onze tocht voerde van Schellingwoude naar Uitgeest, over het IJ, het Noordzeekanaal en de Zaan. Maar voordat we naar de thuishaven voeren, brachten we eerst nog een nacht door in de Woude, gelegen aan de Markervaart.
Een prachtig klein dorpje, waar je mooi kunt rondlopen. Wil je echt een flinke wandeling, dan kun je gewoon hethele eilandje rondlopen. Die tocht voert langs de Stierop en het Alkmaardermeer.