Het eerste gedeelte van deze tocht (Uitgeestermeer, Markervaart, Zaan, Noordeekanaal, IJ) is voor ons natuurlijk erg bekend: het is een deel dat wij in de loop van de laatste 40 jaar al heel wat keer bevaren hebben. Toch was er meteen een verrassing. De sluis in Zaandam, die al jaren verbouwd wordt en onlangs weer open was gegaan, was weer gesloten! Gelukkig ligt rechts van de nieuwe sluis de heel erg oude Oude Sluis, bediend door vrijwilligers, met een maximale doorvaarthoogte van 2.60 m. Daar kunnen we dus met onze 2.55 m heel precies onderdoor. En eigenlijk bleek dat dan weer veel leuker dan de nu onmogelijke passage van de moderne sluis.
Het stuk door Amsterdam (Oosterdok, Oude Schans, Amstel) verraste door het ontbreken van rondvaartboten en ons fotograferende toeristen. Coronatijd! Maar verder was alles weer gewoon, waarbij we opnieuw constateerden, dat de Amstel echt een prachtige, kronkelende rivier is.
We overnachtten in Uithoorn waar nog steeds de haven mooi en het sanitair lelijk bleken en stuitten de dag daarna, na het Aarkanaal, in de Gouwe op een door de politie bewaakte versperring: de brug bij Boskoop draaide niet. Na 2,5 uur wachten mochten we door, maar wel achter een zeer langzaam varend reusachtig containerschip. Uiteindelijk legden we om een uur of vijf aan in de haven van de W.V.Gouda, op de laatste beschikbare geschikte ligplaats. Een vriendelijk haventje, met éen nadeel: als je de poort openmaakt stap je zo op een heel drukke autoweg – als je niet uitkijkt kan je vakantie daar heel snel tot een onprettig einde komen!